Medische interventies en acceptatie

Met de dop van het CTG wordt de hartslag van de baby in de gaten gehouden, maar deze is steeds moeilijk te vinden, zo blijkt. Ze hebben vaker mijn hartslag dan die van de baby te pakken. Dit komt waarschijnlijk doordat de baby toch al zo laag in het geboortekanaal ligt. Om deze reden zegt de gynaecoloog tegen mij: “Ik wil voorstellen om een schedelelektrode op het hoofd van de baby te bevestigen.” Fel reageer ik met: “IN het hoofd!” Ze bevestigt dat dit inderdaad het geval is. En legt uit waarom ze dat adviseert. Met tegenzin geef ik toestemming, want ik besef me ook dat het in deze situatie wel belangrijk is om de baby in de gaten te houden. Verder lig ik volledig in de houding zoals ik eigenlijk niet wil: op m’n rug en zelfs met m’n benen in de beugels. Maar heel eerlijk: op dat moment boeit het me niet, ik wil gewoon dat de baby geboren wordt.

De beslissing: Een keizersnede

De gynaecoloog kijkt mee met een perswee en ziet (net als de rest) het hoofdje al wel. Ze stelt voor dat ik nog ongeveer 5 keer pers en we dan verder kijken. Ik geef alles wat ik in me heb met elke perswee. Mijn oerkracht neemt het over. Maar het heeft minimaal effect… Dex is er bijna, maar komt er gewoon niet uit. Ik voel van binnen nog steeds hetzelfde. Het verbaast me dan ook niet als de gynaecoloog bij me komt en zegt dat ze vanwege deze situatie en de conditie van de baby (zijn hartslag gaat wat op en neer, gelukkig niet heel erg) eigenlijk wil overgaan op een sectio.

Voor mij dus geen verrassing en het voelt zelfs een beetje als een opluchting! Als in: eindelijk gebeurt er dan iets! Ze legt nog uit dat ze het liever niet eerst met de vacuümpomp probeert, omdat ze dan bang is dat hij vast komt te zitten. Bijzonder genoeg (of niet natuurlijk) was die optie ook niet eens door mijn hoofd gegaan in dit geval, dus helemaal prima. Ik stem in met de keizersnede en ben blij met het vooruitzicht dat m’n weeën straks ophouden en ik Dex binnen korte tijd in mijn armen heb!

De gang naar de OK

Het OK team is al gereed, dus we kunnen direct door. Ik kan me niet zoveel meer herinneren van het ritje over de gangen van het ziekenhuis, maar volgens mij gaan m’n persweeën ook dan nog door. Robby , Liesbeth en Jaleesa lopen ook mee richting de ingang van de OK. Robby gaat dan naar een aparte ruimte om zich om te kleden. Zo ontzettend jammer, maar Liesbeth én Jaleesa mogen niet mee de OK op ☹ Eenmaal op de OK word ik verwelkomd door het hele team, wat zich wederom voorstelt en waar ik weer weinig van meekrijg, en krijg ik de vraag of ik op de operatietafel kan gaan liggen. Ik heb geen idee hoe ik dat moet doen in deze staat, dus word ik erop getild gelukkig. Ik verbaas me over hoeveel mensen hier zijn. Vervolgens word ik aangesloten op van alles en nog wat, voor de monitoring natuurlijk. Ik laat het allemaal gewillig gebeuren.

De ruggenprik en opluchting

Na nog een perswee – inmiddels is het rond 18:00 uur en ben ik dus bijna 2 uur aan het persen – word ik gevraagd rechtop te gaan zitten voor de benodigde ruggenprik. Dit gaat nog vrij soepel, wat me meevalt. Ik krijg de vragen of ik m’n schouders kan ontspannen en m’n rug iets bol kan maken. Op dat moment ben ik totaal niet meer bezig met of ik het spannend vind om die prik te krijgen of dat het pijn gaat doen. Ik denk echt alleen nog maar: zometeen geen weeën meer én dan komt mijn baby! De anesthesist zet de ruggenprik, wat ook soepel gaat en waar ik (van wat ik me kan herinneren) weinig tot niks van voel. Ik blijf me ook nog steeds focussen op mijn ademhaling. De anesthesist vertelt me dat ik een koud gevoel in mijn benen kan gaan krijgen en een fractie van een seconde later is dat precies wat ik langzaam door mijn benen voel trekken. Ik roep dan ook meteen: “Ja, ik voel koude benen!” Waarop de anesthesist zegt dat de ruggenprik dan goed werkt.

De geboorte van Dex

Ik ben me er ineens van bewust dat ik Robby nog niet zie en vraag waar hij blijft, voordat ze ‘zomaar’ met de keizersnede beginnen. Ze zeggen dat hij eraan komt. Ik vraag nog of ik nu geen persweeën meer heb of dat ik ze nog wel heb, maar niet meer voel. Dat laatste is het geval. En inderdaad, ik voel niks meer. Opgelucht roep ik uit: “Eindelijk geen weeën meer!” Precies op dat moment komt Robby de OK binnen (hij vertelde me later dat dat het eerste was wat hij hoorde toen hij de OK op kwam haha).

Robby komt naast mij zitten en ze beginnen met de sectio. De gynaecoloog vertelt me nog dat ze een collega heeft meegenomen om te assisteren en dat zij op een krukje staat, omdat ze heel klein is. Ik moet er stiekem wel om lachen, wat nog meer helpt ontspannen. Laat die jongen maar komen! Het is vreemd om door de druk te voelen dat ze iets in je buik aan het doen zijn, maar je het verder niet kan voelen. Niet veel later (kweste van een paar minuten) is hij daar dan eindelijk: onze lieve, sterke, GROTE Dex! Geboren om 18:31 uur, volgens de gynaecoloog op het moment van een perswee. Blakend van gezondheid, mooie kleur en meteen laat hij van zich horen. Maar wat een reus!

Een complicatie: extra hechten

Ze houden hem vlakbij mijn gezicht, alleen nog wel met het plastic scherm ertussen. Daar wordt hij best lang gehouden, ik weet nog dat ik dacht: ‘ik kan hier niet zoveel mee’ en ‘wat een vervelend gevoel moet dat voor hem zijn tegen dat plastic’. Daarna wordt hij direct onderzocht, gelukkig op de OK, en blijkt alles al snel helemaal goed en gezond. Zie je wel, dat dacht ik al. Robby krijgt hem in zijn armen en komt bij mij zitten voor de eerste echte kennismaking en plaatjes samen. Gelukkig maakt het personeel op de OK veel foto’s, waardoor we alsnog beeldmateriaal van zijn geboorte hebben – hoewel niet in zulke goede kwaliteit als van Jaleesa natuurlijk. De gynaecoloog komt bij mij en vertelt dat de keizersnede heel soepel is verlopen, maar dat er helaas een complicatie is. Dex lag al heel diep (wat we steeds al zagen met persen) en moest met hulp van de andere gynaecoloog van onder af omhoog geduwd worden. Hierbij is mijn blaas geraakt, waarschijnlijk met een vinger, waardoor er een beschadiging in is gekomen. Dit is makkelijk te hechten, vertelt ze. Alleen één probleem: de uroloog is net naar huis en moet vanuit Apeldoorn -in de spits- weer naar Deventer komen. We moeten wachten dus… De gynaecologen blijven ook en hebben een ‘geamuseerd’ gesprekje boven mijn buik, waarbij de ene vraagt waarom de ander een pleister om haar vinger heeft en de ander doodleuk vertelt dat het met de kaasschaaf niet helemaal goed was gegaan. Hm, fijn gesprek om te horen als ze je nog moeten hechten…

Na de geboorte: fysieke reacties en emoties

Ik probeer intussen van Dex naast mij te genieten, maar ben afgeleid door hoe ik me voel. Ik tril als een malle, wat steeds erger wordt, en m’n kaken staan enorm gespannen (een goeie trip is er niks bij :P). Ik probeer op Dex te focussen, maar het lukt niet. Het trillen wordt erger en erger en ik weet niet of ik het koud heb of dat het ergens anders vandaan komt (of een mix van beide). Ik kan het in ieder geval niet stoppen. En ik kan mijn armen niet bewegen, waardoor ik Dex ook niet kan aanraken of pakken. Dit voelt heel tegennatuurlijk. Ik zeg tegen Robby dat ik me niet op Dex kan focussen en dat hij beter even weg kan gaan met hem, ik wil ook niet dat Dex dit ‘meekrijgt’. Gelukkig kunnen zij gewoon op de OK blijven, binnen mijn zicht/gehoor. Ik word steeds bewuster en kijk om me heen, naar al die ‘halve’ gezichten. Ik zie van iedereen alleen maar de ogen, door de operatie-uitrusting. Twee vrouwen die bij mij staan vraag ik wat zij eigenlijk doen hier op de OK. Ze vertellen mij dit en we kletsen nog kort. Omdat ik ook een steeds drogere mond en lippen heb, vraag ik of ik iets mag drinken, maar dit kan helaas nog niet. Ik weet nog dat ik iedereen superlief en zorgzaam vond.

Wachten op herstel en nieuwe start

Uiteindelijk duurt het een uur totdat de uroloog er is. Gek idee dat mijn buik al die tijd gewoon open heeft gelegen. Dex is inmiddels in een couveuse gelegd, omdat het toch wat koeler is op de OK en hij ook wat afgekoeld is. Gelukkig kan Robby via een luikje fysiek contact met hem houden. Het hechten van mijn blaas en daarna de lagen van mijn buik is zo gepiept. Halverwege vraag ik uit nieuwsgierigheid (en omdat het raar blijft dat je niks voelt) of ze er al bijna zijn en dat zijn ze. Met een katheter (voor een week) als aandenken, maar vooral met onze ZOON bij ons, rijden we weer terug naar verloskamer 7. Klaar om te beginnen aan ons rijke nieuwe leven samen en om flink te gaan herstellen van deze bevalling, fysiek én mentaal.